Don’t fuck with my geoduck!
‘Mien, waar is mijn geoduck? Mien, waar is mijn duck? Waar is mijn geoduck geble-ven? Ik zag hem net nog liggen in de la-la-la-la-la-la.’
Je WAT?! Ja, je leest het goed. Mijn geoduck. Geliefd huisdier. Toen ik zes jaar oud was heb ik hem opgegraven. Ik was met mijn ouders op vakantie aan zee en daar ontmoetten we elkaar. Het klikte meteen. In eerste instantie dacht ik dat ik een slakkenvriend aan de haak had geslagen, maar niets bleek minder waar.
Het was zomers warm die dag. Totaal gefrustreerd was ik met mijn emmertje en schepje de kust afgestruind. Waar andere kinderen zochten naar de mooiste schelpen en stenen, had ik een ander doel. En ik was vastberaden. Ik moest en zou een huisdier. Schoon genoeg had ik ervan, die kringgesprekken in de klas. ‘Welk huisdier heb jij? Wat is je favoriete huisdier? Als je later groot bent, wat voor huisdier heb je dan?’ En wat dacht je van de vriendenboekjes, een vraag rondom het (huis)dier was steevast van de partij. Of zomaar tijdens een spelletje Pim Pam Pet; ‘Eens even kijken, voor jou… een huisdier met de letter…’ Ik was er klaar mee.
De druppel was tijdens Werelddierendag. Ik herinner het me als de dag van gister.
‘Kristel..’
‘Ja, juf..’
‘De komende week mogen alle jongens en meisjes uit de klas een huisdier meenemen naar school. Iedere ochtend krijgt iemand een paar minuten de tijd om er iets over te vertellen. Ik maak een lijstje. Wat voor huisdier wil jij meenemen?’
‘Sorry juf, ik heb geen huisdier. Maar ik wil wel Flappie meenemen.’
Gelukkig was Flappie altijd daar geweest. Flappie het knuffelkonijn. Flappie, die me – no matter what – altijd had vergezeld tijdens de dagen waarop een huisdier o zo wenselijk was geweest. Maar nu werd het tijd voor een grotere stap. Met de behendigheid van een mol was ik in het mulle zand gaan wroeten, totdat ik opeens iets glibberigs in mijn handpalm voelde. Vol trots had ik hem in mijn emmertje gestopt, curieus naar de reacties op mijn vangst. Dat was nog eens wat anders dan een hond of konijn, ik zag al die gezichtjes al!
Mijn ouders waren wat minder enthousiast geweest. ‘Bah Kristel, doe dat ding weg. Het is vies.’ Maar ik was stellig: hij moest en zou mee naar huis.
En nu, daar zit ik dan. Zonder huisdier. In al die jaren hebben er enkel een paar kikkers in de vijver van onze achtertuin gebivakkeerd. Voor heel even dan maar, want bij het vrijlaten sprongen ze al naar de buren. Zo’n enorme dierenvriend ben ik dus niet. Maar in het kader van Werelddierendag zouden we toch even bij álle dieren moeten stilstaan, zo ook de geoduck.
Nieuwsgierig geworden? Google hem maar, want met een beschrijving zou ik hem absoluut tekort doen!
Nog geen reacties.