Falen

Beste lezer, ik heb een doel. Ik wil u ergens van overtuigen. Of mag ik ‘je’ zeggen? Ja, dat mag ik zeggen! Want in iedereen schuilt wel een Mart Smeets. Of beter gezegd: een commentator. Crisis of geen crisis, van schaarste aan commentaar zal er in Nederland nooit sprake zijn. Iedereen heeft een mening over alles en iedereen. Of het nou om de buurman gaat of om een wildvreemde, er valt altijd iets te ‘becommentariëren’. Commentaar komt heel vaak voor uit ergernissen én andersom. Zo heb ik in de afgelopen tijd ook een heuse taalergernis ontwikkeld. Een taalergernis voor wat betreft het woord ‘falen’.

Net zoals in het verleden vage uitdrukkingen als ‘je ding doen’ en onbenullige cliché begroetingen als ‘goeiemoggel’ op den duur de Nederlandse volksmond uitkwamen, ligt op dit moment ‘falen’ bij mij in de wc. Nu zie ik jou, beste lezer, al denken: ‘Maar Falen? Dat is toch een correct Nederlands werkwoord?’… Klopt! Zolang je er maar niet te pas en te onpas mee in de rondte gaat strooien. Want iedereen doet het en iedereen roept het. Zo gaan die dingen. Ik faal, jij faalt, wij Nederlanders falen, de economie faalt, de Olympische sporter faalt, de politicus faalt, en ach wat faalde die voetbalploeg toch ook ‘hard’ op het afgelopen EK! ‘Hard falen’, nog zo’n uitdrukking, niet te verwarren met hartfalen trouwens, dat heb je ook nog! Wat heb ik me zitten verbazen als fervent sporter, toen ik na afloop van een Olympische wedstrijd tijdens de nabeschouwing ontelbaar keer het woord falen voorbij hoorde komen. Het is gewoon eng. Niet voor niets is er tegenwoordig zoiets als faalangst. Velen zijn dezer tijd bang om te falen, want je doet het zo lekker snel. In ieder mens zit wel een soort van prestatiedrang. Uit willen blinken, niet ten onder gaan in de grijze massa. Op de weg naar succes is falen het obstakel, vandaar de zogenaamde faalangsttraining. Tekortschieten, fouten begaan, zijn doel niet bereiken. Allemaal synoniemen van falen, maar dan toch net even wat anders. Ooit van een ‘pejoratief’ gehoord? Een pejoratief is een woord dat ongunstige associaties oproept. Falen dus. Net zoals je tegen iemand die veel praat niet direct zegt dat hij ‘zeurt’ en net zoals je de eerste de beste vrouw niet meteen met ‘wijf’ aanspreekt, zouden we met z’n allen eens minder tegen elkaar moeten zeggen dat we falen, maar dat sommige dingen helaas gewoon niet voldoen aan ons verwachtingspatroon. Afgesproken?

Dat is mijn doel. Nu maar hopen dat het slaagt, anders heb ik straks zelf nog gefaald. En daar zit ik écht niet op te wachten!

Getagged als:,
Nog geen reacties.

Geef een reactie