Vergeet de tampons niet, lieverd!
‘Hoi lieverd. Ja, met mij. Ik sta nu in de Albert Heijn en… Wat zeg je? Ja die ja. Maar luister, ik kan de koffiemelk niet vinden. Nee, ik sta nu bij de zuivel. Oh, daar. Wat een doolhof hier! Ja, ik heb ‘m! Wat?! Nee, dat doe ik dus écht niet! Ik ga géén tampons voor je meenemen, die haal je maar lekker zelf. Nee lieverd, weet je wel niet hoe erg voor schut ik dan sta. Eerst loop ik al een uur naar die koffiemelk te zoeken en dan nu ook nog tampons, nee echt niet! Daarom niet! Wat moet ik begrijpen? Dit is echt de eerste en de laatste keer, weet je dat. Welke? Ja, er staan er zoveel! Oké, ik zie wel. Tot straks. Ik ook van jou.’
Met een zucht stopte hij zijn telefoon weer in z’n broekzak. Gefascineerd door het gesprek waarvan ik zojuist deel had mogen uitmaken liep ik door de schappen van de supermarkt. Het had iets aandoenlijks. Een jongeman op jacht naar boodschappen, op pad gestuurd door zijn vriendin. Angstig had hij om zich heen gekeken toen zijn hand richting het pakje o.b. Pro Comfort reikte. Onwetend dat hij met zijn belgedrag de hele supermarkt op de hoogte had gesteld van zijn situatie, wat eigenlijk een stuk gênanter was, baande hij zich een weg naar de kassa. Dat iedere aanwezige klant die hem passeerde een blik op zijn winkelmandje zou werpen was onoverkomelijk. Nieuwsgierig als ik was sloot ik aan in de rij – achter Mister O.B. natuurlijk! Toen pas viel het mij op dat hij in alle nonchalance nog een AutoWeek uit het tijdschriftenrek had weten te plukken. Dit is nou wat men noemt compensatie. De caissière die achteloos bezig was het drietal boodschappen af te bliepen had nauwelijks ergens notie van, totdat de jongeman opeens met een opvallende uitspraak op de proppen kwam.
‘Oorontsteking. Ik ga morgen zwemmen, vandaar. Je moet wat hè.’
De caissière, op wier gezicht inmiddels ook een glimlach was verschenen, vroeg hem of hij een plastic tasje erbij wilde en met het schaamrood op de kaken knikte hij instemmend. Toen hij even later huiverend zijn spullen in begon te pakken, werd hij afgeleid door een piepende telefoon. Voor de tweede keer wist het apparaat hem volledig mee te slepen uit het hier en nu en zo vergat hij spontaan het pakje tampons. Als een kind zo blij dat het een muntje in de collectebus mag stoppen, was de eer nu aan mij om de jongeman achterna te huppelen, de supermarkt uit.
‘Meneer, u vergeet iets!’
‘Oh, uhm… dankjewel! Had ik alsnog bijna niet kunnen zwemmen, ha-ha!’
Yeah, sure.
Nog geen reacties.